dinsdag 24 augustus 2010

Zomer 2010

- Joehoe! Blaffeture toe!

- Is hij klein boos of groot boos? 
[Ze maakt een grapje over een beetje of heel boos.]

- Ik wil heel graag met jou een tweeling maken. 
[Met jou ben ik, haar moeder!]

- Dan ben ik de mama en jij een hele grote kleuter. 
[Even later in bed, bij de nachtzoen.]
Dan ga ik straks terug naar beneden, hé.

- Ga je veel groetjes doen?
Neen, twee groetjes.

- Mama, zit een keer stil!

- [In de speelkeuken.]
Taart. En als dessert een ijsje.

- [Terwijl ik haar slabbetje aandoe.]
Dan kan ik lekker morsen.

- Ik ben geen luie taart. Ik ben een luie trien.

- [Moeke Mieke leest een boek over Jezus.]
En wat doet Jezus?
Niets.

- De geitjes zijn geuierd. [Gemolken.]

- Een tractor met hooibalen!!

- [Met jouw gat in de boter gevallen.]
Neen, met mijn gat uit de boot gevallen!

- Een zwembeha. [Bikini.]

- Jongedames.
[Tegen Allerliefste en mij.]

- In een kasteel wonen ridders en jonkvrouwen.
Die ken ik niet, ze.

- Windmolenrivier. [Watermolen.]

- De bruid en de gom. [Trouwfeest.]

- [Het wordt nacht.]
Ik ga nu een hele lange dut doen.

- [In haar speelkeukentje.]
Wat heb je gekookt?
Een project!

- Serieus, omi.

- [Om half 5 ´s morgens wakker bij Moeke Mieke.]
Ik ben waaaaakker. Ik wil speeeeelen. In het zweeeeembad.

- Later krijg ik ook een behaantje. [BH-tje.]

- [Bedtijd.] Mijn uurwerk zegt ontbijt.

- Neen. Ik heb maar twee handen, hé.
[Heeft een koekje vast.]

- [Telefoneert om te spelen naar meter Lies.]
Hoe gaat het met meter Lies?
Goed. Wreed content.