Er staat een telefoontoestel in onze hotelkamer.
Ik ga even Jakob bellen om plakkers te komen brengen.
Ze belt en deelt ons daarna mee dat Jakob de plakkers met het vliegtuig komt brengen.
Sinsdien hebben we - steeds meer - imaginaire vriendjes mee op reis.
Jakob, Marie en Kaat. Pierjan. Amber.
Ze belt regelmatig naar hun ouders om te laten weten dat ze niet ongerust moeten zijn: hun kinderen zijn in Mexico. En op restaurant hebben we extra stoelen nodig om al die vriendjes te laten mee eten. Voorlopig boeken we nog geen extra hotelkamer, maar dat zal niet lang meer duren...