We zitten in bed en Jana doet dan net als Archimedes aan logisch denken:
Ik ben een voorbener.
Wat is een voorbener?
(Neemt spiegel.) Dat is iemand die kijkt hoe mooi de mama's zijn?
En hoe mooi zijn de mama's?
Heel mooi maar toch ook nog een beetje vuil. En nu zijn wij badpiraten!
Misschien ligt het aan mij, maar ik kan haar gedachtegang niet altijd volgen.